Deze Latijnse regel betekent ‘niet twee keer voor hetzelfde’ en is één van de basisbeginselen waar het recht op is gebaseerd. Het is een regel die veel betekenis heeft in het strafrecht. Het houdt in dat iemand niet twee keer berecht of bestraft mag worden voor eenzelfde strafbaar feit. Als iemand dus reeds veroordeeld of vrijgesproken is naar de regels van het strafrecht mag die daar nooit opnieuw voor vervolgd of bestraft worden. Deze regel staat aan de basis van het strafrecht Den Haag, het internationaal recht en het Europees recht. Ook is hij belangrijk in het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten.
Een feit is vervolgd verklaard wanneer er sprake is van een transactie-aanbod en de verdachte hieraan heeft voldaan, de zaak reeds behandeld werd door een buitenlandse strafrechter of wanneer de zaak inhoudelijk beoordeeld werd op het strafproces en er werd vastgesteld dat er geen formele verhinderingsgronden zijn. In deze gevallen kan het openbaar ministerie niet meer tot vervolging overgaan. Een uitzondering hierop is wel als er nieuwe feiten bekend raken of er een bevel tot vervolging gegeven wordt.
Een feit wordt niet vervolgd verklaard indien de verdachte niet of afwijzend heeft gereageerd op het transactie-aanbod, de rechter op het strafproces heeft uitgesproken dat de dagvaardiging niet is wegens een formele kwestie, de strafrechter niet bevoegd was voor de kwestie, de verdachte enkel met bestuursrechtelijke maatregelen is bestraft of de verdachte slechts civielrechtelijk terechtstond. In deze kwesties kan het openbaar ministerie wel opnieuw vervolgen. Met uitzondering wanneer de feiten ondertussen verjaard zijn.
Het kan wel voorkomen dat een verdachte vervolgd wordt voor twee feiten die sterk samenhangen. Elke advocaat Delft weet dat het twee verschillende feiten zijn als een inbreker ergens een inbraak pleegt met brandstichting. Dan kan hij vervolgd worden voor inbraak én brandstichting. Dat kan niet wanneer hij bij die inbraak een ruit breekt, dat hoort bij eenzelfde feit.