Vandaag de dag ziet men meer en meer camera’s die worden opgehangen in de stad en op de weg. De redenen voor het ophangen van een camera zijn dat het relatief goedkoop is en dat men er veel mensen mee weet te besparen die normaal op straat toezicht houden. Verder kan het gemakkelijk gebruikt worden als bewijsmateriaal bij een inbraak of een andere criminele activiteit. Een keerzijde van al deze camera’s is dat de privacy van mensen wel in het geding raakt. Men kan niet meer anoniem over straat zonder dat er iemand mee kijkt over je schouder, de grote vraag is nu, mogen al deze camera’s zomaar worden opgehangen door de overheid en voornamelijk door bedrijven?
Het is een lastig vraagstuk aangezien er geen aparte regelgeving bestaat over het ophangen van een camerabewaking systeem. Gelukkig zijn er Europees wel een aantal wetten waar de bezitter van een bewakingscamera aan moet voldoen. Zo moet men altijd kenbaar maken dat er camera’s hangen, de camera’s moeten proportioneel zijn voor het doel en moet subsidiair zijn. In Nederland is er echter geen instantie die in de gaten houdt of bedrijven deze regels wel naleven. De enige partij die op dit moment toezicht houdt is het college bescherming persoonsgegevens. Zij checken of de maximale bewaartermijn niet wordt overtreden en of er geen mensen die in beeld worden gebracht en dat dit gepubliceerd wordt.
Op dit moment neemt het aantal bewakingscamera’s nog steeds enorm toe. Vooral in steden zoals Rotterdam en Amsterdam hangen duizenden camera’s om de straten en de wegen in de gaten te houden. Er zijn veel voor maar ook veel tegenstanders voor het ophangen van bewakingscamera’s. Zo zijn er veel mensen die vinden dat de privacy in het geding komt zodra men alles op beeld vast legt. De voorstanders zijn van mening dat voor een veilige samenleving het een must is om bewakingscamera’s op te hangen om dat men zo alles goed in de gaten kan houden en criminaliteit kan bestrijden. Tot nu toe blijven gemeentes in ieder geval doorgaan met het ophangen van bewakingscamera’s